De keuringen voor de start van de Dakar Rally zijn letterlijk de laatste loodjes van de voorbereiding. In het bezit van alle benodigde stempeltjes parkeerden Frans Verhoeven en Robert van Pelt hun Yamaha’s, verzegeld en wel, in het parc fermée bij het expositiecomplex Technopolis in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Zaterdag is de ceremoniële podiumstart in het centrum van de stad, zondagochtend vroeg begint het echte werk.



Verhoeven en Van Pelt hebben zich de laatste dagen ontspannen voorbereid op de Dakar 2015. Samen, maar ook met de crews en rijders van de andere Yamaha-teams, met wie Yamaha Netherlands Verhoeven nauw samenwerkt. Voor Verhoeven, die vloeiend Frans spreekt, gesneden koek. Voor Van Pelt onwennig. Verhoeven: “Hij doet zijn best om het op te pikken en ook Frans te spreken. Dat lukt niet altijd, maar het feit dat hij het probeert, wordt erg gewaardeerd. Robert is meteen opgenomen als volwaardig Yamaha-rijder. Heel positief allemaal.”

De keuringen doorlopen als lid van een professioneel en goed georganiseerd team is voor Van Pelt een nieuwe ervaring. Vorig jaar stond hij als kistrijder nog hopeloos te rommelen en was hij vier uur te laat voor de keuring. Dat was nu anders. “Dat mag je wel zeggen. Het was allemaal super geregeld. De monteur heeft de motor perfect voor elkaar. We wandelden er zo doorheen.”

Het is een fijne luxe voor Van Pelt dat hij niet meer alles zelf hoeft te doen, maar het kostte hem wel even moeite om zijn motor én zijn vertrouwen in handen van iemand anders te leggen. “Maar ik heb snel gezien dat onze monteur heel precies werkt en dat geeft veel vertrouwen. Ik laat het sleutelen met een gerust hart aan hem over. Ik hoef me alleen nog op het rijden te richten en dat geeft rust. De vorige twee jaar, als kistrijder, was het overleven. Nu gaan we racen.”

Verhoeven en Van Pelt hebben de beschikking over de 2014-rallymotor van Yamaha. In de ogen van Verhoeven is dat zeker geen nadeel. “Deze motor heeft zich bewezen, hij is betrouwbaar en ik ken ‘m van haver tot gort. Vorig jaar heb ik er te kort op gereden. Ik ben slecht uit de strijd gekomen, met een gebroken elleboog maar vooral een grote deuk in mijn ego. Gelukkig vond Yamaha Motor Nederland dat het zo niet moest eindigen en kreeg ik een mooi voorstel om met jonge rijders te gaan werken en een kweekvijver te vormen voor talent. Ik ben heel blij dat ik hier weer sta en zeker op deze manier, met dit team, met Robert.”
Van Pelt maakte het afgelopen jaar al grote sprongen. Hij reed een aantal rally’s en endurowedstrijden en leerde veel. “Ik ben superfit. Ik ben vol vertrouwen en hoop dat het niet geschaad wordt. Er wordt mij geen druk opgelegd. Door het team niet en door mezelf niet. Maar ik wil wel presteren.”

In afwachting van de keuring bogen Verhoeven en Van Pelt zich uitgebreid over de beschrijvingen van de etappes, die de Dakar-organisatie gisteren vrijgaf. Ze kwamen tot de conclusie dat er weinig zand op het menu staat. “Fiambala bijvoorbeeld, een regio die bekend staat om de lastige zandduinen, rijden we min of meer voorbij,” zag Verhoeven. “De nadruk ligt deze Dakar op harde ondergrond. Dat is goed terrein voor mij – al mijn Dakaroverwinningen heb ik behaald op harde grond met stenen – maar ik vind dat het meer een mix moet zijn.”

Voor Van Pelt maakte het niet veel uit. Hij weet inmiddels dat wat op het menu staat, niet per se is wat je uiteindelijk krijgt voorgeschoteld. “Vorig jaar zeiden ze van etappe 5, waarin ik zevende werd, ook dat er nauwelijks zand in zat. Nou, het was een en al zand. We zien het wel.”

De twee kijken er naar uit te beginnen. De podiumshow in de stad is leuk, maar het gaat om zondag: de eerste etappe. “Al die duizenden mensen langs de route, dat is keimooi,” zei Verhoeven, “maar we blijven wel met beide voetjes op de vloer. Het resultaat telt.”